Alles is zwart aan hem: shirt, korte broek, kousen, schoenen en zijn mooi in de plooi liggende haren met klein opstaand kuifje. Slechts zijn handschoenen en de bandjes om zijn enkels zijn wit en steken fraai af bij al dat stemmig zwart.
In het doel van tweedeklasser Rozenburg staat een keeper die er bijzonder patent uit ziet. Om door een ringetje te halen. Wilfred Poleij heet hij. Of hij ook goed kan ballen kan vangen, daar heb ik niet zo’n kijk op, want in de thuiswedstrijd tegen NBSVV afgelopen zaterdag was hij technisch werkeloos, negentig minuten lang.
Daar stond hij dan op het hoofdveld van Sportpark West. Terwijl ver van zijn doelgebied het gevecht om de bal zich afspeelde, keek hij met de handen in de zij naar zijn ploegmaten die zich in het zweet werkten. Af en toe frunnikte hij even aan de pijpen van zijn broekje, die tegen zijn bovenbenen kriebelden om even later aan de waterfles te lurken die hij naar zijn doel had meegenomen. Tijd genoeg had hij voor die handelingen. NBSVV was niet eenmaal gevaarlijk, ook niet nadat ze op achterstand waren gekomen. Al hadden de mannen van trainer De Heer nog twee uur doorgevoetbald, een kans was er niet gekomen, laat staan een doelpunt.
Een keeper als Poleij zo te zien staan, zet je aan het denken. Door het ontbreken van actie in zijn doelgebied dwalen je gedachten af, steeds verder weg van het voetbal. Eerst denk je dat hij qua uiterlijk en uitstraling een beetje lijkt op Gabor Babos, de ex-keeper van Feyenoord die dit seizoen zijn plaats bij NEC verloor aan Jasper Cillessen, maar die gedachte blijft niet lang hangen. Gefascineerd raak je door het bosje opstaande haren op het voorhoofd van Wilfred. Je denkt dan ineens aan Kuifje, de stripheld van Hergé. Staande bij het hek achter zijn doel ga je je van alles afvragen. Waarom verft Poleij zijn haren niet stroblond? Hoe zouden een bruine pofbroek en een lichtblauwe polo hem staan? Waar is zijn hondje Bobbie? En waarom heeft Jan Groenendijk, de man die bij Rozenburg de wedstrijdverslagen voor de site schrijft, een verhaal van hem nog nooit de titel ‘De avonturen van Kuifje op Sportpark West’ gegeven?
Omdat NBSVV totaal onmachtig is die middag en Wilfred Poleij niet één keer een echte redding hoeft te verrichten, heb je als toeschouwer tijd genoeg voor deze gedachten. En het gaat almaar verder. Als Wilfred Poleij Kuifje in Rozenburg is, wie is dan kapitein Haddock, Kuifjes vaste metgezel? Wie is die ex-zeeman die in razernij de meest bizarre scheldwoorden gebruikt? Bloedduivel. Kolokwint. Deegsliert. Scheve tobogan. Mislukte handelaar in vogelmest. Kwistembiebel. Luitenant van de zeven sloten. Ouwe zeeschuimer. Satraap. In boterbloemvet gesmoorde weerwolf.
Ik heb alle teamgenoten van Poleij eens goed in de gaten gehouden, vooral gelet op wat ze zeiden en hoe ze het zeiden en kan niet anders dan tot de conclusie komen dat Mark Hoks daar het dichtst bij komt. Mark praat de hele wedstrijd en jaagt zijn ploegmakkers aldoor op. Af en toe ontsnapt hem daarbij een krachtterm aan de lippen. Als Wilfred Poleij Kuifje is, is Mark Hoks kapitein Haddock. Hij zou dan alleen zijn baard moeten laten staan. Duizend bommen en granaten. Ik denk dat ik deze week mijn albums van Kuifje maar eens van zolder haal.
{loadposition ads}