Scoren kan hij als de beste. Dit seizoen heeft hij er 23 in het mandje liggen en ook in de nacompetitiewedstrijd, zondag tegen derdeklasser Hekelingen, prikte hij er weer eentje binnen. De wedstrijd was amper begonnen of met een verdekt schot verschalkte hij keeper Van Oosten. Richard Koopman, de midvoor van Abbenbroek, is een fenomeen. Doelpunten maken is zijn handelsmerk.
Toch kan je je niet aan de indruk onttrekken dat hij zijn beste tijd heeft gehad. Richard is 40 jaar en omdat hij niet echt een trainingsbeest is, heeft die gevorderde leeftijd steeds meer zijn weerslag op zijn functioneren. Vooral fysiek. Je hoeft dus niet meer te verwachten dat hij trekt en sleurt, in gaten duikt en rushes maakt van dertig meter. Die tijd is geweest. Vandaag de dag kiest Richard zijn momenten en daarin wordt hij steeds selectiever. Hij komt pas in beweging als het echt niet anders kan.
Het lijkt dus wel of Abbenbroek altijd met tien man speelt. Iedere Abbenbroeker werkt zich namelijk uit de naad, het zweet spat in het rond en Richard Koopman staat ter hoogte van de middenlijn, ver van het strijdgewoel vandaan, een beetje te dagdromen. Dan is hij een standbeeld. Wat heb je aan zo’n gozer? Maar als een de bal zijn richting komt, blijkt hij ineens een levend standbeeld, gelijk een straatartiest die je wel eens aantreft in de grote steden.
Richard Koopman lijkt me een vreselijke voetballer om tegen te spelen. Je ziet hem een hele tijd niet en plots is hij daar. Dan is hij een meester in het afschermen van de bal terwijl hij oprukt, zijn lichaam voorovergebogen als een kloek die zijn kuiken beschermt, de armen afwerend naar achteren of naar opzij. Conditioneel kan hij dit gezwoeg niet lang meer volhouden en als hij een twintigtal meter is gevorderd, zoekt hij dan ook een aanleiding om ter aarde te storten. Het lichtste duwtje is daarvoor al genoeg. Zelfs als hij in zijn nek geblazen wordt, ligt hij op de grond en dat is dus bijna altijd in de buurt van de zestien van de tegenstander.
Zo ook na een dikke twintig minuten tegen Hekelingen. Koopman stond maar een beetje te staan totdat hij werd aangespeeld. Met de bal aan de voet ging hij richting vijandelijk doel. Hij werd daarbij lichtjes getoucheerd door de arm van Gerard de Pender en meteen ging hij naar de grond. Scheidsrechter Heester, die zich al een paar keer in de luren had laten leggen door Koopman, floot alweer: vrije trap net buiten het strafschopgebied. Luttele seconden later krulde Glenn van der Graft met zijn linker de bal in een perfecte boog over de muur in de linkerbovenhoek: 1-2. Het was een geweldig mooie goal van Van der Graft, maar Koopman was zoals zo vaak de architect van dit doelpunt.
Richard Koopman is leep, zeer leep. Hij mag dan in totaal hooguit een kilometer lopen tijdens een wedstrijd, maar elke meter daarvan is er één die dodelijk kan zijn. Dat zag je bij het eerste doelpunt; dat zag je bij de aanleiding tot de tweede goal. Koopman moet voor Abbenbroek inmiddels al honderden doelpunten hebben gemaakt, toch hoeven ze voor hem geen standbeeld op te richten aan de Gemeenlandsedijk Noord. Dat standbeeld is hij namelijk zelf al.
{loadposition ads}