“Als je zo speelt, dan ga je de bietenbrug op”. Het waren de woorden van Harold Wapenaar, die op radio Rijnmond het spel van Sparta Rotterdam analyseerde. De voetbalterm was helaas ook van toepassing op IFC. Voetbal wordt, net als het napraten daarover, soms nodeloos ingewikkeld gemaakt. Daarom wordt hier volstaan met een simpele constatering. Als je aanvallend heel aardig voetbalt, maar je vergeet te verdedigen, dan ga je inderdaad de bietenbrug op. De cijfers waren opnieuw keihard.
In Delft ging IFC in het ‘stadion’ van DHC met 5-3 onderuit. Wat doen we? Een diepgaand verslag of een eenvoudige versie? Dat laatste maar: Nog binnen het kwartier, we zijn het haast gewend, kwam IFC op achterstand. Maar gelijk daarna toch ook een aantal zeer dreigende Ambachtse aanvallen. Alper Kazbogan had in deze fase minstens tweemaal kunnen scoren, misschien zelfs wel moeten scoren. Het gebeurde helaas niet en prompt haalde DHC voor de tweede keer de trekker over. Amper 20 minuten gespeeld en met 2-0 leek het allemaal al vroeg in de partij beslist te zijn. Maar gezegd moet worden, IFC gaf zeker niet op.
De tegenvallers ten spijt, pakte de ploeg het goed op en men durfde te voetballen. Kort na de 2-0 resulteerde het in de aansluiter. Houcine el Hammach penetreerde door het hart van de vijandelijke defensie en schoot de 2-1 binnen. DHC was het even kwijt en IFC rook bloed. In de 30e minuut was het bingo. Na een goede aanval over rechts, viel de bal in de Deftse zestien. Daar raakte eerst Reinder van de Velde de paal, maar de rebound was voor Alper Kazbogan. Ditmaal vond hij wel het garen en het stond zomaar 2-2. Tot aan rust bleef deze stand op het scorebord staan. Dat gaf moed voor de tweede helft. Maar zie, na de warme thee ging het goed fout. Binnen 10 minuten denderde de thuisclub van 2-2 naar 5-2.
Rond de 20e minuut van het tweede bedrijf was het weer onze beurt. De zojuist ingevallen Ali Benomar ging goed door op rechts, gooide de bal knap voor en daar scoorde Houcine el Hammach fraai zijn tweede treffer (5-3). Rond de 40e minuut van deel twee kreeg IFC nog een paar dotten van kansen. Het ontbeerde eerst Rory van der Weijden en meteen daarna Danny Slingerland echter aan koelbloedigheid. Zou één van deze twee kansen wel tot een treffer hebben geleid, dan was het wellicht nog een heel spannende slotfase geworden. Wel moet eraan toegevoegd worden, dat er voordien voor de thuisclub voldoende kansen waren geweest om de marge onoverbrugbaar te maken. Kortom, er ligt nog veel werk voor Ab van Oorschot. Zijn manschappen zijn defensief nog steeds uiterst kwetsbaar.
Ongetwijfeld was het tegen DHC de bedoeling compact te spelen, maar alle tegentreffers kwamen voort uit de ruimte, welke IFC haar opponent bij vlagen in overvloed bood. Verder is het niet leep genoeg. Ik heb twee situaties gezien waarbij een IFC-aanvaller binnen de zestien slim tegen het gras had moeten gaan. Minimaal eenmaal, zo weet ik haast zeker, zou het een strafschop hebben opgeleverd. Ook viel op dat de Delftse spelers zich flink lieten horen, zelfs als ze maar net aangetikt werden. Free kick voor hen en geel voor ons, dat mag ook gerust eens andersom hoor.
Is dit niveau, met alles wat daarbij hoort, misschien een trede te hoog voor IFC? Maar nee zeg, zolang er nog kansen liggen, er ook in blijven geloven alsjeblieft. Laten we ons vasthouden aan de lichtpunten van deze middag. Die waren er eveneens. Conditioneel heeft trainer-coach Ab van Oorschot het snel op peil gekregen. De instelling was okay. In balbezit ging in fasen het speeltuig aardig rond en werd soms met goede passes het spel verlegd. Het leverde hoe dan ook een karrenvracht aan kansen op. Maar ja, dat naïeve verdedigen, dat moet er wel uit natuurlijk. Volgende week een nieuwe ronde met nieuwe kansen.
{loadposition ads}