Het trainers vak is en blijft een lastig baantje. Aan de ene kant verwacht de achterban goede resultaten, aan de andere kant moet de sfeer in de groep homogeen, gezellig en positief blijven. Uiteindelijk draait het allemaal om de punten. Een gebrek aan resultaten brengt onrust. Het is “ het ” moment dat de reserves hun kans ruiken en de vijfde colonne aan de bar begint met het zaaien van onrust.
De beste stuurlui staan altijd aan wal. Helaas is het een gegeven dat veel spelers hun kwaliteiten schromelijk overschatten. Een echt goede speler staat nooit in de wissel. Een beperkte speler wel! Met name het gebrek aan een gezonde portie zelfkritiek kan een behoorlijk probleem opleveren. Op het moment dat iemand drie keer een bal hoog kan houden ziet men zichzelf al gauw als de gedoodverfde opvolger van Lionel Messi. Vaak wordt het gebrek aan realiteitszin gevoed door een vader die elke zaterdag of zondag langs de lijn staat en van de daken gilt dat het onbegrijpelijk is dat zijn zoon niet in de basis staat. De trainer begrijpt het niet en kan er helemaal niks van.
Okee, niet elke trainer heeft de kwaliteiten om bondscoach van Nederland te worden maar ik geef het je te doen als je twee keer per week in weer en wind met een stel van dat soort Messi’s aan de gang moet. Natuurlijk kan een trainer in het motiveren van de spelersgroep wel eens te ver gaan. Maar wat wil je? Het bestuur en de supporters verwachten wonderen. Vandaar dat een leugentje om bestwil zo nu en dan geoorloofd is. Er moeten belangrijke keuzes gemaakt worden en het is zaak dat ook gepasseerde en teleurgestelde spelers tevreden en gemotiveerd blijven. Het liefst zou je eerlijk tegen iemand willen zeggen dat hij/zij de techniek en/of motoriek van een vouwfiets heeft maar je brengt het anders. Je zegt… Je bent een kanjer, een kei maar om tactische redenen moet ik helaas een andere keuze maken. Gemakshalve verzwijg je dat het gros van de straten in Nederland vol ligt met zijn soort.
Een teleurgestelde speler moet zo nu en dan gestreeld worden om onenigheid in de gelederen te voorkomen. Je weet immers nooit of je hem in een later stadium van de competitie nog nodig hebt. Als trainer ben je stikjaloers op de jury in televisieprogramma’s als Idols en X-factor. Zij mogen wel ongestrafd al die kanslozen genadeloos afserveren. Een trainer kan dat niet. Ik hoor hem al roepen… Geduld is een schone zaak, jouw tijd komt heus nog wel. Je bent goed bezig! Als je er diep over nadenkt is het best een trieste opmerking maar het klinkt wel een stuk beter dan “ Hey lul, haal die dozen eens van je schoenen af, je kunt er niks van, ga lekker dammen”.
{loadposition ads}