at een rotdag moet Marvin Kuipers, de midvoor van Rockanje zaterdag gehad hebben. Eerst is hij in de uitwedstrijd tegen Bernisse ongeveer 40 minuten totaal onzichtbaar omdat zijn medespelers hem niet weten aan te spelen, ook niet als hij weer eens een slim sprintje trekt om aan zijn bewakers te ontkomen. Want wat hij ook onderneemt, aan de bal komt hij niet. ‘Zijn looplijnen zijn goed, maar hij staat op een eiland’, zeggen de meegereisde supporters van Rockanje deskundig en verwijzen en passant naar de afwezigheid van Remco Wuyster en Jarno de Wilde, die hem waarschijnlijk wel hadden weten te bereiken.
Rockanje komt er niet aan te pas. De verdedigers van Bernisse geven geen millimeter ruimte weg, de middenvelders zetten druk en jagen op elke bal en Marvin ziet hoe de aanvallers van de thuisploeg keer op keer wel aangespeeld worden en steeds dreigender worden. Het onvermijdelijke gebeurt dan ook. Machteloos moet Marvin toezien hoe zijn ploeg twee doelpunten om de oren krijgt. De bal heeft hij dan amper gehad. Zo voetballen moet helemaal niet leuk zijn. Niet dat Marvin moppert of misbaar maakt, maar je weet dat hij het wel eens beter naar zijn zin heeft gehad op een voetbalveld. Dan, als hij eindelijk de bal aangespeeld krijgt en er een paar keer leuke dingen mee weet te doen, komt hij vlak voor het verstrijken van de eerste helft met zijn neus keihard in aanraking met Ronald van Pelt, de rechtsback van de Heenvlieters. Als de scheidsrechter blaast voor de rust, staat hij met een spons en een handdoek naast de dug-out, met een bezorgde verzorgster Philomène van Marion aan zijn zijde.
Vele minuten na zijn ploeggenoten zoekt hij met een gehavend aangezicht de kleedkamer op. Hij heeft een lelijke snee dwars over zijn al aardig opgezwollen reukorgaan en lijdt zichtbaar pijn. De tweede helft is een twintigtal minuten gevorderd als Marvin eindelijk fris gedoucht de kleedkamer uitkomt. Met een stapel papieren doekjes in de hand en een reservevoorraad in de kontzak van zijn spijkerbroek constateert hij hoe zijn ploeg nu wel gevaarlijk is. De ene aanval na de andere golft richting Bernissedoel, maar verder dan een schot op de lat komt Rockanje niet. Marvin, die zo makkelijk weet te scoren, wordt node gemist.
Vanaf de kant ziet hij hoe zijn ploeg voor de tweede achtereenvolgende week verliest. Vorige week van Vlotbrug en nu van Bernisse. Beroerd moet hij daarvan zijn, maar nog beroerder moet zijn neus aanvoelen. Hij gaat maar eens een pleister halen bij Philomène, aan de overkant van het veld. Groter dan het ding dat dwars over zijn neus geplakt wordt, had zij waarschijnlijk niet in haar verbandkoffer zitten. Na afloop van de wedstrijd komt Ronald van Pelt nog even poolshoogte nemen. De Bernissespeler treft geen blaam: het was een ongelukkige botsing. Marvin voelt nog maar eens voorzichtig aan zijn neus en lacht eventjes, als een boer met kiespijn. Nee, naar zijn zin had hij het niet in Heenvliet, zaterdag. Een ongelooflijke rotdag , dat was het. En niks anders.
{loadposition ads}