Sinds Feyenoord met een soort veredeld jeugdelftal in de Eredivisie niet veel potten breekt, is de roep om oudere voetballers in je elftal ineens bijzonder actueel geworden. Iedereen heeft het er tegenwoordig over. Zonder ervaren rotten gaat het niet, vinden de kenners. Zij zorgen voor het overzicht en nemen jonge spelertjes bij de hand, die anders zo maar wat zouden doen, de tactische aanwijzingen van de trainer vooraf ten spijt. Bij PSV Poortugaal hoeven ze wat dat betreft niet bang te zijn. Daar lopen enkele jongens met veel bagage, jongens die het klappen van de zweep kennen. Neem nou bijvoorbeeld zo’n Ferry Boshart.
Jarenlang is deze speler bij onder meer OVV, Spijkenisse en WCR geschoold in de hogere klassen van het amateurvoetbal. Boshart is zo’n voetballer die je om een boodschap kunt sturen. Hij is het verlengstuk van trainer Marco van Rijn in het veld en staat als centrale verdediger op een positie opgesteld, waar zijn coachende kwaliteiten ten volste tot hun recht komen. In de uitwedstrijd tegen PFC van afgelopen zondag vervult hij zijn rol met verve. Vanaf de aftrap zet hij de lijnen uit. Niet als spelverdeler met de bal aan de voet, maar in woord en gebaar. Feitelijk doet hij niet eens zoveel met de bal, maar hij zorgt er wel voor dat geen enkele ploeggenoot op een verkeerde plaats staat. ‘Er is te veel ruimte, ga die bal vragen’ roept hij naar Wesley Ouwerkerk en als PFC-er Fredson Fortes Boaventura met de bal aan de voet een aanval opzet, stuurt hij Jeffrey van Velzen er op af: ‘Zet maar druk. Ik ben achter je.’ Boshart snapt het spelletje zogezegd. Elke ploeggenoot spreekt hij toe en iedereen moet gaan staan waar Boshart hem neerzet. Het duidelijkst komt dat naar voren telkens wanneer PFC een corner neemt. Tot op de millimeter nauwkeurig zet Boshart zijn manschappen weg. En het moet gezegd worden: geen enkele hoekschop van PFC sticht gevaar. Gefascineerd kijk je toe. Die Boshart heeft er veel kijk op. Maar wat doet hij zelf? Niet veel. Hij legt wat balletjes breed, kopt er af en toe eens eentje weg, loopt wat gaten dicht. Verder niks. Het is een mirakel dat zijn witte sokken bij de rust moddersporen vertonen. Hoe is hij aan dat vuil op zijn kousen gekomen? Heeft hij er die in een onbewaakt ogenblik zelf opgesmeerd?
Ferry Boshart mag dan een voetballer zijn die niet erg veel aan de bal is; belangrijk voor een elftal is hij wel degelijk. Het is een speler die je er graag bij wil hebben. Hij schijnt ook een leuke, gezellige en zeer vriendelijke knul te zijn. ‘Er staat een goede kop op’, zeggen ze bij Poortugaal. Maar in de tweede helft, toen PFC fel uit de startblokken schoot, kon Ferry plots niet meer die rust brengen, die hij in de eerst 45 minuten wel had gebracht. Een kwartier lang werden hij en zijn makkers overlopen door de thuisploeg en toen die storm weer ging liggen, was het opnieuw Boshart die zijn medespelers aanzette tot zeer aanvaardbaar voetbal. Maar het kwaad was geschied. PFC had de 2-1 gemaakt en gaf geen krimp meer, ondanks een hevig aanzettend Poortugaal. Boshart zag je daarbij trouwens niet voorin. Hij bewaakte de boel achterin. Hij leidde zijn mannen. Als een officier, ver weg van het front. Als een majoor dus. Majoor Boshart. Waar heb ik die naam eerder gehoord?
{loadposition ads}