Op zijn veertiende verhuisde hij van Meerkerk naar Abbenbroek en meldde zich aan bij de plaatselijke voetbalvereniging. Een half jaar later mocht hij af en toe al eens meedoen bij het eerste en nu, twaalf jaar later, is Simon van Leeuwen niet meer weg te denken bij Abbenbroek. Zelf heeft hij het niet bijgehouden, maar het moeten minstens 200 wedstrijden zijn die hij in Abbenbroek 1 heeft gevoetbald. En allemaal als verdedigende middenvelder, in de punt naar achteren dus. ‘Ik kijk eerst altijd naar achteren en dan pas naar voren’, zo vat hij zijn speelstijl kort en bondig samen.
Hij roemt de teamgeest. ‘Buiten Richard Koopman hebben wij geen individuen in ons elftal. Iedereen is bereid voor elkaar te werken, iedereen is belangrijk en iedereen heeft alles voor elkaar over in het veld. Ja, Richard zit iets anders in elkaar. Als je hem een bal geeft, zie je die niet snel terug. Maar hij heeft dit seizoen alweer ontzettend veel doelpunten gemaakt en zolang hij blijft scoren zal ik daar niet over klagen.’ Over zijn eigen rol in het elftal zegt hij het volgende: ‘Ik hoef niet het middelpunt te zijn. Ik speel in dienst van de ploeg en probeer de rust te bewaren. Zo langzamerhand heb ik al veel ervaring en als ik wat zeg in het veld, dan wordt dat geaccepteerd. Inmiddels ben ik zo’n beetje het gezicht van de club en dat probeer ik zowel in het veld als daarbuiten op een positieve wijze uit te dragen. Doe maar gewoon, dan doe je al gek genoeg dus.’ Simon heeft het naar zijn zin bij Abbenbroek en hij heeft nooit overwogen ergens anders te gaan voetballen. ‘Daarvoor is het veel te gezellig hier’, zegt hij. ‘Iedereen kent elkaar hier. Ook de jongens van de lagere elftallen horen er helemaal bij. Wij zijn echt niet belangrijker. We gaan allemaal prima met elkaar om.’
Simon mag dan heel tevreden zijn over zijn cluppie, zelf wordt hij ook geroemd. Wie je ook spreekt, iedereen heeft het over een rustige jongen met een positieve instelling, zowel binnen als buiten het veld. Geconfronteerd met die lovende woorden, zegt hij toch op de allereerste plaats altijd te willen winnen. ‘Want daar gaat het per slot van rekening om. Maar ik wel alleen winnen door te voetballen. Ik hou er helemaal niet van tegenstanders uit hun spel te halen door een grote mond op te zetten of overtredingen te maken. Ik erger me er wel eens aan wanneer ploegmaten van mij dat doen. Je moet proberen voetballend beter te zijn en als dat niet lukt, jammer dan. ‘
Zojuist heeft hij met zijn ploeg met 6-0 gewonnen van Pretoria. Weer drie punten in de knip. Doelstelling gehaald en dik tevreden dus zou je zeggen. Dat ligt bij Simon toch iets genuanceerder. ‘Ik zou graag een beetje meer tegenstand hebben’, zegt hij. ‘In deze vierde klasse zijn er maar enkele goede teams, ploegen die er bovenuit steken. Dat zijn Flakkee, BZC, Transvalia misschien en wij toch ook wel. De rest is veel minder. Oké, je wint vandaag met 6-0, maar eigenlijk geeft dat weinig voldoening. We moeten er dan ook maar alles aan doen om uit deze klasse te komen. Wij moeten naar de derde klasse, dan spelen we tegen betere ploegen. We staan nu derde met 16 punten uit 7 wedstrijden. De meeste wedstrijden hebben we tamelijk eenvoudig gewonnen, maar vorige week tegen BZC, ook een ploeg die er dus bovenuit steekt, verloren we en dat zit me dan niet lekker. Dat mag niet te vaak gebeuren, want wij moeten dit seizoen minimaal de nacompetitie halen. Als ons dat niet lukt, dan hebben wij het niet best gedaan.’
{loadposition ads}