Als je hem als voetballer op de velden ziet poetsen, vegen en stofzuigen, dan kan het niet anders of bij Bas Oomen thuis moet het kraakhelder en brandschoon zijn: geen pluisje op de grond, geen stofje op het meubilair en geen vingerafdruk op raam of deur. Maar is dat wel zo? Zo vaak is hij immers niet thuis. Misschien beperkt hij zijn schoonmaakactiviteiten tot de voetbalvelden, waar hij als voorstopper van Spijkenisse menig vuiltje wegwerkt. Hoe dan ook; Bas is een drukbezet man.
Thuis is er niet zo lang geleden een kleine geboren, hij heeft een baan bij defensie en hij start binnenkort een opleiding tot hospik, een cursus die niet hier in de buurt gegeven gaat worden. Veel tijd om te trainen en op niveau te voetballen blijft er niet meer over en dus besloot hij aan het einde van vorig seizoen SCO’63 vaarwel te zeggen om met een paar vrienden in het vijfde elftal van Spijkenisse tegen de bal aan te gaan trappen.
Maar zaterdag tegen TOGR stond Bas bij Spijkenisse in de basis en een week eerder, tegen DSO, ook al. ‘Hoezo vijfde elftal?’, vraag je je dan af. Het antwoord is simpel. Op verzoek van trainer Adrie Poldervaart deed Bas de voorbereiding op het nieuwe seizoen mee, want met langdurige blessures van Eric Polet en Harvey Wijngaarde was de komst van Oomen naar sportpark Riedijk een geschenk dat uit de lucht kwam vallen. En zo staat beroepsmilitair Bas nu zijn mannetje in de defensie van Spijkenisse, dat de eerste twee competitiewedstrijden winnend wist af te sluiten.
Bas was in beide wedstrijden niet onbelangrijk. Hij was een sta-in-de-weg voor menige aanvaller. Veel persoonlijke duels werden door hem gewonnen. Altijd weer kreeg hij er een voetje tussen en in de lucht was hij welhaast onverslaanbaar. Maar het mooist aan zijn spel is, dat hij niet meer doet dan wat hij kan en dat kan je niet van veel voetballers zeggen. Verdedigers die met de bal aan de voet ten aanval trekken of met een lange trap hun ploegmaten voorin aan het werk proberen te zetten, zie je namelijk genoeg. En vaak gaat het bij zulke spelers mis. Ze lopen zich vast, verspelen de bal en verre passes komen nooit aan. Bij Bas zie je zulke fratsen niet. Als hij een bal heeft afgepakt, geeft hij hem aan een medespeler die wel een splijtende pass kan geven. Bas is een man van weinig franje. Doe maar gewoon, dan doe je gek genoeg.
Bij Spijkenisse mogen ze in hun handjes knijpen dat hij zomaar aan kwam waaien. Bij SCO’63 verwijten ze Oomen trouwens niks. Bas heeft gewoon geen tijd om op dit niveau te kunnen blijven spelen. Punt. Onherroepelijk komt de dag dat we hem bij Spijkenisse niet meer in het eerste zien en die dag zal niet lang meer uitblijven. Maar in de tussentijd kunnen we van zijn arbeid blijven genieten.
Als hij zijn opleiding tot hospik heeft afgerond, zullen we hem wel ergens terug zien. Voordeel voor de club waar hij dan gaat voetballen is dat hij dan ook als verzorger kan fungeren. Succes met je studie, Bas.
{loadposition ads}