Hoewel het alles in eigen hand had, promoveerde Spijkenisse vorig seizoen niet naar de zaterdag-hoofdklasse. In het slot van de competitie pakte het te weinig punten na tot aan de laatste speeldag op een ‘veilige’ vierde plaats gestaan te hebben. Ook in de nacompetitie lukte het niet. De ploeg leed in het allerlaatste duel van het seizoen een onthutsende 4-0 nederlaag tegen Xerxes DZB. ‘In die wedstrijd waren we mentaal niet meer in staat alles te brengen’, blikt de 29-jarige Spijkenissemiddenvelder Gene Overkleeft terug.
‘We waren teleurgesteld dat we de promotie eerder nog niet hadden gerealiseerd. Voor die wedstrijd tegen Xerxes hadden we het al een aantal keren niet gehaald en dat was iedere keer hard aangekomen. Het begon al in de op een na laatste competitiewedstrijd, uit tegen Vitesse Delft. Nog voor rust kwamen we van een 2-0 achterstand terug tot 2-2 en was Vitesse Delft rijp voor de slacht, maar ons derde doelpunt kwam er niet. We hadden vervolgens thuis tegen Excelsior Maassluis een off-day en dat was ook een tik. Vervolgens moest elke twee dagen de knop om voor weer een beslissende wedstrijd in de nacompetitie, die toen volgde. We moesten uiteindelijk een beslissingswedstrijd spelen tegen Xerxes, maar onze krachten waren toen toch wel weggeëbd. Heel jammer allemaal, maar het is niet anders. Je kunt je ook afvragen of we met deze ploeg iets in de hoofdklasse te zoeken hadden, maar ik had het toch graag gewild. Nu moeten we opnieuw beginnen. Kijken of het nu wel lukt.’
Vorige week vertelde Dylan van Hengel, vorig seizoen nog speler van Spijkenisse, maar nu assistent-trainer van Spijkenisse, in het Algemeen Dagblad dat zijn ploeg titelkandidaat is. De verwachtingen bij de ploeg zijn kennelijk hooggespannen. Hoe denkt Gene Overkleeft daar over?
‘Uitgesproken kampioenskandidaat zijn we niet, maar als je het reëel bekijkt, moeten we bovenin mee kunnen draaien,’, zegt hij. ‘Eerder dan onderin’, voegt hij er aan toe. ‘Ach, ik wil mezelf geen druk opleggen. Onze trainer Adrie Poldervaart houdt zich ook op de vlakte. We zien wel. We zijn als spelersgroep al een jaar of vijf, zes bij elkaar; er is de laatste jaren weinig verloop geweest bij Spijkenisse en wij zijn inmiddels dus goed op elkaar ingespeeld. En we gaan goed met elkaar om, ook niet onbelangrijk. Nog nooit hebben we zo’n leuke groep gehad als nu en met die nieuwe jongens zijn we in de breedte sterker geworden. De trainer heeft dus meer keus dan vorig seizoen. Dat betekent dat je altijd op het toppen van je kunnen zal moeten presteren, want anders kost dat je plek in het elftal. Ja, vorig seizoen lag dat anders. Toen wist je bijna zeker dat je elke zaterdag toch wel speelde.’
Op de vraag of hij dat wel eens op tachtig, negentig provent gedaan heeft, antwoordt hij niet, maar hij grijnst veelbetekenend. Dan serieus: ‘Ik hoop dat we van de fouten van vorig seizoen het nodige geleerd hebben. Tegen de kleinere ploegen hebben we vorig jaar te veel domme punten laten liggen en dat is ons uiteindelijk opgebroken. Dat mag niet meer gebeuren. Wij moeten scherper zijn en meer alert, altijd en overal. We hebben geen ploeg die met tien man voor de goal kan liggen om dan met een uitval de wedstrijd te beslissen. Daar hebben we de spelers niet voor. Wij zijn een voetballende ploeg, maar soms wordt er ook wat anders van je gevraagd. En dat moeten we op kunnen brengen. Je moet de tegenstander je wil opleggen, bij balverlies meteen druk zetten en vooral slimmer zijn. Slimmer dan vorig seizoen. Ik ben benieuwd of dat gaat lukken, want we hebben komend seizoen in de 1e klasse veel onbekende teams als tegenstander. Maar ik heb goede hoop. We zijn niet de uitgesproken nummer 1, maar bovenin moeten we wel degelijk mee kunnen draaien.’
De toevoeging ‘eerder dan onderin’ laat hij ditmaal achterwege en daarmee onderschrijft Gene Overkleeft de woorden van Dylan van Hengel, zijn voormalige ploegmaat. Zo spreekt hij dan toch zijn verwachting uit.
Spijkenisse begint de competitie op 4 september in Zoetermeer met een uitwedstrijd tegen DSO.
{loadposition ads}