Een dikke twee jaar geleden kwam hij zo maar aangewaaid op sportpark Oostbroek en vroeg of hij bij SCO’63 kon komen voetballen. Tony de Pina Gomes was op zoek naar een voetbalvereniging, eentje waar hij met plezier een balletje kon trappen. ‘Ik woon in Brielle’ vertelde hij en op de vraag waarom hij zich dan niet bij Wit Rood Wit aanmeldde, was hij resoluut: SCO ’63 zat in zijn hoofd, dus SCO ’63 moest het worden.
Bij de Spijkenisser club, die toen onder leiding van trainer Martin Klomp al aardig in de lift zat, dachten ze niet dat hij het eerste ging halen, maar in de voorbereiding op het seizoen 2008/2009 bemachtigde Tony een plek in het elftal en sindsdien heeft hij alles gespeeld. Hij is een vaste waarde geworden, een zeer gewaardeerde speler en erg geliefd bovendien. Want niet alleen is Tony een speler die aardig kan voetballen en het spelletje snapt; het is ook een fijne gozer, die vanaf de allereerste training prima in de groep past.
Humberto Tan, noemen ze hem bij SCO’63 vanwege zijn kaalgeschoren, glimmende schedel. Maar er zijn nog andere overeenkomsten met de televisiepresentator. Evenals Tan gaat Tony uitzonderlijk goed gekleed. Zijn garderobekast thuis in Brielle moet welhaast uitpuilen van de op maat gesneden pakken. En evenals Humberto Tan lult Tony je de oren van de kop. Op het veld dan, want in de kleedkamer is hij een rustige, bedaarde jongen, die zelden op de voorgrond treedt. Maar als hij een wedstrijd speelt, is hij als rechtervleugelverdediger wel nadrukkelijk aanwezig. Samen met aanvoerder Peter Hamerslag coacht hij zijn medespelers en vooral Ricky Kakialatu, de rechtshalf voor hem, wordt voortdurend toegesproken. Dat gebeurt trouwens nooit op een negatieve of vervelende manier, ook niet als een ploeggenoot eens iets stoms doet. Tony is een positief ingestelde speler en voor de neutrale toeschouwer is het mooi om te zien dat de spelvreugde er van af spat bij hem. Het is opvallend hoe vaak hij lacht in het veld of met een brede grijns rondloopt.
Nu valt er trouwens wel wat te lachen bij SCO ’63, want in weerwil tot wat veel kenners vooraf dachten, zijn de resultaten ook dit seizoen prima en haalde de ploeg alweer de nacompetitie. In de eerste ronde was VELO uit Wateringen de tegenstander en Tony had aan linksbuiten Mohamed Ben Abdellah zijn handen meer dan vol. En toch weer vaak die grijns, die lach. Of dat glimlachje als zijn ploeg van de scheidsrechter een ingooi mag nemen, terwijl die eigenlijk voor VELO is. Tony heeft bij SCO ’63 gevonden wat hij zocht: plezier in het spelletje. Hij twijfelt een beetje of hij nog een jaartje moet doorgaan. Zijn werk als financial consultant slokt enorm veel tijd op en hij denkt er zelfs over om voor zichzelf te beginnen. Bovendien is er thuis onlangs een kleine bijgekomen. Maar Tony moet niet stoppen. Hij moet doorgaan. Lekker blijven voetballen en vooral veel plezier maken. Zoals met zijn mobieltje zitten te klooien op het maandelijkse quizavondje bij de club. Zeg nou zelf, Tony: voetballen bij SCO ’63 is toch een bijzonder prettige afleiding van de dagelijkse beslommeringen.
{loadposition ads}