De Langeleegte. Het was jarenlang het spookbeeld voor in degradatiezorgen verkerende clubs in de eredivisie. "Volgend seizoen naar de Langeleegte," klonk het dan plagerig uit de monden van rivaliserende supporters. Nee, het bezoeken van het stadion van Veendam werd niet als iets positiefs gezien. De Langeleegte stond voor alles wat er zo lelijk en erg was aan voetballen op het tweede profniveau in Nederland. Een verre reis voor de meeste ploegen, hetgeen na een nederlaag al helemaal verschrikkelijk zou zijn. Spelen voor een handjevol toeschouwers op vrijdagavond, vooral in de wintermaanden verschrikkelijk. De duisternis van de eerste divisie sloot zich dan boven de hoofden van de spelers en de meest fanatieke supporters, die de file nog durfden trotseren. De Langeleegte was het voorportaal van de voetbalhel, het asgrauwe niks in het hoge noorden.
Zo werd het stadion van Veendam een begrip in voetballand. Meer door de naam overigens. Okee, het stadion zat doorgaans niet halfvol, maar zo erg was het ook weer niet. Spelen bij Telstar, om maar wat te noemen, is minstens zo troosteloos. Nu is de Langeleegte echter niet meer. Ook Veendam is gevonden door de snelle jongens met marketingplannen. De driedelige kostuums die voetbal als bijzaak zien, maar willen profiteren van de populariteit van onze geliefde sport. Het was een klein en stiekem persbericht waarmee enkele dagen geleden de naam Langeleegte werd begraven. Veendam gaat spelen in het Gjaltema-stadion.
Het Gjaltema-stadion aan de Langeleegte, zo moet het voluit gaan heten. Gjaltema… Dat klinkt toch niet? Toegegeven, men kan naadloos aansluiten bij het rijtje wanstaltige stadionnamen in de, ook al van sponsornaam voorziene, Jupiler League. Het GN Bouw Stadion, het Mitsubishi Forklift Stadion, Wagner & Partners stadion, Rosada stadion. Waar is de tijd gebleven dat clubs nog gewoon lekker voetbalden aan de Krommedijk, in het Diekman, het Zuiderpark?
Die tijd ligt, helaas, ver achter ons. Natuurlijk snap ik dat clubs de sponsoring nodig hebben. Maar pijnlijk is het wel om overal de Borgen, Domes en Arena’s te zien ontstaan. In het buitenland is het al niet veel beter trouwens. Toen enkele vrienden van me vorig jaar een duel van Borussia Dortmund gingen bezoeken, namen ze niet meer plaats in het Westfalen-stadion, maar in het Signal Iduna Park. Een naam waar een voetballiefhebber koude rillingen van krijgt.
{mosbanner}
Juist het ontbreken van dit soort namen maakt me elke zaterdag weer zo blij. Als ik mijn club ASWH volg, of bij afgelasting elders een potje meepak, dan proef ik nog het pure voetbal. Dan sta je op sportpark Duinwetering, op de Krom, de Westmaat, de Zwaaier of het eigen sportpark Schildman. Gewoon, tussen de supporters van de tegenstander in. Kan je nog een praatje mee maken ook. Ik zeg niet dat zoiets niet meer kan in het profvoetbal, maar het is wat minder gebruikelijk. In de hoofdklasse, maar ook op lager niveau, is nog een bepaalde gezelligheid. Minder vijandigheid, al gebeuren er natuurlijk ook wel eens zaken die niet bij de sport horen.
ASWH-omroeper Hans Klootwijk roept het elke twee weken om bij thuisduels: "Hoofdklassevoetbal kan niet zonder sponsors." Daarna begint hij zijn rijtje met bedrijven die iets doen voor de club. Prima. Het is ook zo. Net als die BVO’s die hun stadion verkopen, zijn ook amateurclubs vaak afhankelijk van sponsors als ze een rol willen spelen op het hoogste plan. Iets wat met de nakende topklasse ongetwijfeld alleen maar meer zal worden. Deze sponsors zijn gelukkig echter nog niet op het onzalige idee gekomen de sportparken van hun naam te voorzien.
Dat deel van de pure voetbalbeleving blijft dus bestaan. Je haalt een biertje in de kantine van de Bongerd en niet bij het De Bondt-sportpark. Een broodje bal in de rust op ’t Slot en niet bij de Van Wijngaarden-dome. Michael van Dommelen scoort godzijdank nog niet in de Nedelkoborg, maar gewoon op het sportcomplex DOTO. Excelsior Maassluis bezoek je tot mijn vreugde nog niet in de MTS-Arena. De wind waait over de Kikkershoek in Oud-Beijerland, hetgeen in verslagen veel mooier klinkt dan BeneVia-park. Zoals ik er ook niet aan moet denken straks de namen van pakweg de Molenwei of de Lage Weide nooit meer te kunnen gebruiken. Dat je de Charloisse Lagedijk afdaalt met je auto en langs het hoofdveld van de Hamburg Verhuurborg rijdt.
De charme van voetbal zit hem juist in dit soort kleine dingen. Er wordt ook in het amateurvoetbal vaak geklaagd over sponsors, maar dit soort dingen hebben die heren gelukkig nog altijd wel begrepen. Dikke kans dat het net zulke liefhebbers zijn als al die mensen die gruwen bij de gedachte aan dit soort namen. Laat de sponsors die dat niet snappen maar een deurtje verder gaan. In Veendam gaan ze nooit meer naar de Langeleegte. Het amateurvoetbal blijft vooralsnog gelukkig verschoond van een lange leegte aan verpeste sportparknamen. Zaterdag gewoon naar sportpark Dijkpolder. Heerlijk!
Michel Nys:
Michel Nys speelde in de jeugdelftallen van ASWH uit Hendrik-Ido-Ambacht. Dat was een bescheiden loopbaan op voornamelijk het niveau D2, C2, B2, A2. Na zijn actieve loopbaan groeide Nys uit tot volger van de zaterdaghoofdklasse en ASWH in het algemeen, maar ook de regionale clubs volgt hij met interesse. Voor ASWH schrijft Nys de wedstrijdverslagen, voorbeschouwingen en het programmaboekje. Ook schreef Nys ruim drie jaar voetbalcolumns voor FOK en is hij in het dagelijkse leven leerkracht in het Dordtse basisonderwijs. Nys kan worden gezien als een echte voetbalkenner want dit seizoen werd de VVGZ-quiz nog winnend afgesloten door Nys en een collega. Ook de ASWH-quiz werd al twee seizoenen op rij gewonnen en is Nys een bezoeker van vele forums.
{mosbanner}