Voor Patrick Molenaar (32) staat er zondag een speciale wedstrijd op het programma. De in woonachtige speler van Spartaan’20 zal tegen Poortugaal zijn 300ste wedstrijd spelen voor Spartaan’20 1. De verdediger wil zelf echter niets weten van een bepaalde extra druk. „Nee, ik ben niet extra zenuwachtig. Ik zal voor de wedstrijd wel de gebruikelijke wedstrijdspanning hebben, maar echt zenuwachtig ben ik eigenlijk nooit meer voor een wedstrijd.”
Driehonderd wedstrijden voetballen voor een club is vandaag de dag erg speciaal voor voetballers. Om zo’n aantal te bereiken moet je club je wel een speciaal gevoel geven. „Ik ben er op mijn 12e gaan voetballen en in de loop der jaren ben ik me eigenlijk meer en meer gaan thuis voelen. In al de jaren dat ik bij de senioren voetbal, ben ik bovendien keeperstrainer, leider en assistent-trainer bij de jeugd geweest en ben ik jarenlang als leider meegegaan op zomerkamp (Kamp Ahoy). Al deze activiteiten zorgen ervoor dat je je meer en meer bij de club betrokken voelt en je je min of meer vanzelf aan de club verbindt.’’
Toch zal elke voetballer er wel eens aandenken om zijn grenzen te verleggen en te kijken tot waar zijn kunsten reiken. Molenaar heeft dit gevoel echter toch bijna nooit gehad. „ Eigenlijk niet. Ik heb er natuurlijk wel eens aan gedacht, maar uiteindelijk heb ik nooit de stap gezet. Enerzijds omdat ik een aantal jaar met vrienden in het 1e speelde en anderzijds omdat, zoals ik al eerder heb aangegeven, ik de afgelopen jaren een aantal functies binnen de club heb gehad, zodat je dat ook niet zomaar wilt opgeven.’’
Nu tegen het einde van zijn carrière zal Molenaar de stap natuurlijk ook niet meer zetten. De clubman denkt echter niet dat hij ook nog de magische grens van 400 wedstrijden in Spartaan’20 1 zal bereiken. „Ik word 16 november 33 jaar. Om 400 officiële wedstrijden te spelen, zou ik nog 4 jaar door moeten gaan en dan ook ongeveer alle wedstrijden moeten spelen. Ik denk niet dat ik dat fysiek ga volhouden. De pijntjes na een wedstrijd blijven toch wat langer voelbaar en bovendien moet ik op een gegeven moment gewoon plaats maken voor de jongere garde, waarvan er een aantal ook al een paar jaar in het 1e elftal voetballen. Ik denk dat ik nog maximaal 1 à 2 jaar door kan gaan, maar je weet het natuurlijk nooit. Bovendien wordt het de laatste jaren wel moeilijker om mijn gezin en werk met het voetbal te combineren.’’
Dit seizoen draait Spartaan’20 naar behoren. De club verloor een aantal spelers maar vooral verdedigend vind Molenaar het goed staan op dit moment. „We begonnen moeizaam met 1 punt uit de eerste 2 wedstrijden, daarna hebben we een aantal wedstrijden gewonnen en de laatste twee wedstrijden hebben we verloren. We staan nu op de 4e plaats en hebben de minste goals tegen, maar daar staat tegenover dat we ook moeizaam tot scoren komen. Verdedigend staat het dus beter dan de afgelopen jaren en ook vind ik dat het voetballend beter gaat.’’
Ook na zijn carrière zal de clubman-Molenaar actief willen blijven voor de club. „Ik hoop na mijn carrière in het 1e nog een aantal jaar in het 3e elftal te voetballen. In dit elftal spelen een aantal jongens, zoals Ricardo Willemse, Archoen Rosinda, Patrick de Werk en Mitchell Oosterwolde waarmee ik de afgelopen jaren ook in het 1e heb gespeeld. En buiten het voetbal zal ik wel zitting nemen in een of andere commissie of een bestuursfunctie uitvoeren. Ik denk dan met name aan iets met automatisering, administratie of financiën.’’
Patrick Molenaar’s carriere vragen:
Beste trainer: Het standaard-antwoord "van iedere trainer leer je iets" vind ik zeker opgaan, daarom zal ik ook geen namen noemen. Als je jong bent leer je vooral op tactisch/technisch niveau van trainers, als je wat ouder wordt leer je meer over de sociale aspecten, zoals teamvorming en coaching, van het voetbal. Van de 7 verschillende trainers heb ik allemaal wel iets geleerd.
Beste speler: Michel Spierings en dan vooral als tegenstander toen hij bij Feyenoord AV samen met Ton Stam speelde. Patrick Pot was ook altijd een lastig te bespelen tegenstander, die meestal toch wist te scoren.
Leukste moment: Natuurlijk de 2 promoties. De 1e promotie was in 1996/1997 toen we kampioen werden van de 3e klasse in de laatste wedstrijd bij PFC en de andere promotie was via de nacompetitie in het seizoen 1999/2000 in de beslissingswedstrijd tegen TOGB.
Leukste jaar: 1996/1997 dus, toen we kampioen werden van de 3e klasse in de laatste wedstrijd bij PFC. We zijn na het behalen van het kampioenschap met zijn allen op kosten van een sponsor een lang weekend naar Schotland geweest en hebben daar zelfs nog een wedstrijd gespeeld, waarin ik scoorde. Dit is dus mijn enige Europese doelpunt tot nog toe.
Foto’s: Sjors Ribeiro, Cor Vos en Website Spartaan’20
{mosbanner}